We ontmoeten Samia Youssouf, begeleidster bij de antenne van GAMS in Luik. Ze strijdt al jarenlang tegen vrouwenbesnijdenis, zowel in België als in Djibouti.
Wat heeft je aangezet om te strijden tegen vrouwenbesnijdenis?
“Ik ben afkomstig uit Djibouti, waar alle vrouwen besneden worden. Het land kent een prevalentie van meer dan 90%. Meisjes worden besneden wanneer ze nog zeer jong zijn.
Toen ik 20 jaar oud was, ging ik een jaar in Tunesië wonen. In die periode besliste ik om tegen de praktijk te strijden. Ik had Tunesische vriendinnen en vroeg hen of ze ook besneden waren. Ik ging er namelijk van uit dat alle moslima’s besneden werden. Ze vertelden me dat ze niet wisten wat vrouwenbesnijdenis inhield. Ik was verbaasd en ik was zeer kwaad toen ik te weten kwam dat de praktijk niet uitgevoerd werd in Tunesië. Het is namelijk een islamitisch land, en in Djibouti worden meisjes besneden in naam van de religie. Toen ik terug thuis was, ging ik dus op zoek naar informatie. Ik wilde weten waarom de praktijk uitgevoerd werd, in welke landen het bestond, …”
Toen je in een land verbleef waar VGV (vrouwelijke genitale verminking) niet uitgevoerd wordt, kwam je dus tot nieuwe inzichten. Had je er in Djibouti ooit al over gesproken?
“In Djibouti spreekt men er niet over, vrouwenbesnijdenis is een taboe. Ik ben geboren in 1972 en werd besneden toen ik 5 jaar oud was. Maar ik ben te weten gekomen dat mijn vader (moge zijn ziel in vrede rusten) heel duidelijk gezegd had tegen mijn moeder dat ze hun dochters niet mocht laten besnijden. Jammer genoeg heeft dit mijn zussen en mijzelf niet kunnen beschermen, zodra mijn vader op missie vertrok, liet mijn moeder ons besnijden.
Tot mijn grote spijt is mijn vader gestorven nog voordat ik hier met hem over kon spreken. Pas na zijn dood, toen ik vragen begon te stellen, vertelde mijn moeder dat hij tegen de praktijk was. Van mijn moeder mocht dit onderwerp niet besproken worden. Het was ‘normaal’, ze zei: “We zijn zo, zo is het nu eenmaal.” Ze vertelde me dat mijn vader razend was toen hij te weten kwam dat we besneden waren. Maar mijn moeder kon rekenen op de steun van haar zussen, van heel de familie. Hiertegen kon mijn vader dus niet veel doen. In die tijd, in de jaren 1970-80, praatte men er nog niet over. Maar mijn vader verzette zich ertegen, ik heb de indruk dat ik zijn fakkel overneem…”
Samia’s engagement in België
Toen Samia in 1999 aankwam in België, ontmoette ze de voorzitster van GAMS: Khadidiatou Diallo. Toen bestonden nog geen gespecialiseerde organisaties omtrent VGV in Luik. Samen met een groep activisten/ -s richtte Samia in 2007 het Collectif liégeois contre les mutilations op.
“Als vrouw die zelf verminkt werd, raakte de problematiek vrouwenbesnijdenis mij diep. Ik vond het mijn plicht om meisjes te beschermen. Daarom heb ik er dan ook mijn strijd en mijn werk van gemaakt. In het begin, van 2007 tot 2011, werkte ik als vrijwilligster.”
Tussen 2011 en 2015 kreeg Samia een contract bij het centrum voor Familieplanning Louise Michel. Daar werkte ze rond VGV. Sinds januari 2015 werkt ze bij GAMS België. De vereniging opende een antenne in Luik, waar veel asielzoek(st)ers verblijven. Samia is verantwoordelijk voor de activiteiten in de Provincie Luik.
“Ik heb een nieuwe werkgever, maar ik doe nog steeds hetzelfde werk. Soms stappen we zelf naar vrouwen die besneden werden, in alfabetiseringscursussen, bij het ONE, in scholen… En soms komen zij naar ons toe. Ik ontmoet families, moeders en vaders. Er wordt een individuele begeleiding opgestart en we werken samen met verschillende partners, zoals centra voor familieplanning… De vrouwen komen op gesprek en, wanneer dit nodig is, stuur ik ze door naar andere structuren voor medische of juridische ondersteuning. We organiseren ook groepsactiviteiten voor vrouwen. Ik doe een permanentie bij het ONE en geef voorstellingen bij de opvangcentra voor asielzoek(st)ers. De meeste mensen die we ontmoeten zijn afkomstig uit Afrika: Guinee Conakry, Ivoorkust, Liberia, Niger, Somalië, Djibouti, Soedan, Ethiopië, Eritrea, …
We geven ook vormingen aan professionelen, studenten vroedkunde, zorgkunde, sociaal werk, …”
…en in Djibouti
Samia is ook actief op het terrein, in Djibouti. Ze organiseerde verschillende sensibiliseringscampagnes in samenwerking met de NGO Respect for Change. In 2012 nam ze deel aan een campagne waarin belangrijke personen zich uitten tegen vrouwenbesnijdenis.
“We organiseerden activiteiten in vluchtelingenkampen in het zuiden van Djibouti (Ali Addey), we werkten ook in het noorden… Respect for Change werkt vooral via de media. Ze doen geen activiteiten met 20 personen maar ze gebruiken de radio en de televisie om een groot aantal personen te bereiken. Ze werken aan de hand van documentaires. Ze gaan naar verschillende landen, zoals Burkina Faso, Senegal, … Tijdens mijn missies in Djibouti kreeg ik ook veel steun van de Nationale Commissie voor de Rechten van de Mens.
Een besnijdenis tekent je voor het leven, het is een herinnering die nooit meer uitgewist kan worden. Je moet er psychologisch bovenop zien te komen. De praktijk wordt al eeuwenlang overgebracht van moeder naar dochter, het is echt verankerd. Het is erg belangrijk dat wij, vrouwen die besneden werden, kunnen getuigen over de impact die de besnijdenis op ons heeft.”
Hoe reageerden de mensen in Djibouti?
“Toen ik, in het kader van mijn activiteiten op het terrein, voor het eerst terugkeerde naar Djibouti, maakte ik me wel wat zorgen. Hoe zouden de mensen reageren? Maar ik werd aangenaam verrast. Als vrouw, afkomstig uit Djibouti en verminkt, werd ik gezien als iemand met recht van spreken. Ik kende de praktijk namelijk zeer goed. De mensen waren niet vijandig, maar gingen het debat aan.
Ze vroegen: ‘Maar waarom zeg je ons dat we niets mogen wegsnijden? Anders gaat het misschien zo lang als een haar groeien, het gaat jeuken, het gaat dit, het gaat dat…’ Dus ik legde hen uit: ‘Neen, jullie zijn bang van iets wat jullie niet kennen. De clitoris is een essentieel orgaan voor het welzijn van de vrouw, je mag er niet aan komen.’
Uiteindelijk werden we aanvaard. Ze zetten ons niet buiten. Integendeel, we werden zelfs ondersteund tijdens ons werk.”
Heb je ook meegewerkt aan sensibiliseringsactiviteiten in andere Oost-Afrikaanse landen?
“Ja. In het kader van mijn werk voor Respect for Change ging ik naar Addis Abbeba in Ethiopië, naar Hergeissa in Somaliland.”
Wat zijn, volgens jou, de verschillen tussen sensibiliseren in België en sensibiliseren in landen waar besnijdenis een traditie is?
“In Djibouti gaat het echt om het hart van de traditie. Daar moet je veel argumenten aanhalen om vrouwenbesnijdenis te doen stoppen.
In België ligt dat anders, want hier zijn er wetten die toegepast kunnen worden. Hoewel in Afrika wel wetten bestaan, worden die niet toegepast. Niemand wordt veroordeeld. In Djibouti, bijvoorbeeld, is VGV verboden maar zijn er geen veroordelingen. Daar zitten we nog in de fase van de sensibilisering. In een land als Djibouti, waar meer dan 90% van de vrouwen besneden worden, is het moeilijk de wet toe te passen. In België is de druk van de familie ook wat lichter, want de familie bevindt zich vaak duizenden kilometers ver. In Djibouti zorgen de grootmoeders ervoor dat de traditie uitgevoerd zou worden, ze zeggen: ‘Wij zijn het die de beslissing nemen, niet de ouders.’ Daar is de druk is veel groter dan hier.”
Welke argumenten haal je aan tijdens sensibiliseringsactiviteiten, in België en in Djibouti?
“De religie is zeer belangrijk. Mensen zeggen dat ze besnijdenissen uitvoeren in naam van de Islam. Het is belangrijk om uit te leggen dat de Islam nooit heeft voorgeschreven dat meisjes besneden moeten worden. Je hebt geen enkel voordeel wanneer je besneden bent, het wordt niet gevraagd door de religie. Ik leg ook uit dat we niet het recht hebben om de seksualiteit van vrouwen te controleren, vrouwen hebben het recht zich goed te voelen. We moeten uitleggen dat een besneden meisje niet hetzelfde welzijn geniet als een onbesneden meisje, dat er gevolgen bestaan voor de gezondheid en de seksualiteit. We moeten het religieuze argument, volgens dewelke moslima’s besneden moeten worden, weerleggen. Het is niet waar, veel Islamitische landen voeren geen meisjesbesnijdenis uit! De mentaliteit moet veranderen.”
Gebruik je, zowel in België als in Djibouti, dezelfde argumenten?
“Ja, altijd. Het is dezelfde discussie, het zijn dezelfde argumenten.”
Er bestaat kritiek op internationale NGO’s, dus op het feit dat personen die niet rechtstreeks betrokken zijn tot VGV, naar Afrika komen om te zeggen dat besnijdenis slecht is. Heb je al zo’n argumenten gehoord?
“Ik denk dat het inderdaad heel positief is wanneer een vrouw die zelf een besnijdenis heeft ondergaan, naar Afrika gaat om te sensibiliseren. Daarom heeft Respect for Change mij ook gekozen. Het is niet hetzelfde wanneer een vreemdeling/-e met zijn/haar vinger gaat wijzen en zegt: ‘Dat is foltering, het moet stoppen.’
Dit geldt ook voor mijn werk in België. Een vrouw die besneden werd kan het best haar persoonlijke ervaringen vertellen. Zij kan uitleggen welke gevolgen haar besnijdenis heeft gehad op haar gezondheid, tijdens de bevalling, tijdens seksuele contacten. Zij kan zeggen: ‘Waarom zouden wij anders behandeld moeten worden dan andere vrouwen?’ Ik denk dat dit ook de kracht is van GAMS België: de verenging telt veel leden die afkomstig zijn uit een land waar VGV een traditie is.”
Denk je dat er verandering op til is in Djibouti?
“Ik denk dat het 10 jaar geleden niet mogelijk geweest zou zijn om zo open over het thema te debatteren, om erover te praten op de radio… De situatie evolueert. Vandaag is het niet meer zo’n taboe, de mensen spreken makkelijker over meisjesbesnijdenis. Ik heb de indruk dat er zware inspanningen geleverd werden, de overheid heeft de praktijk verboden. Maar we moeten blijven sensibiliseren. De prevalentie is hoog, mensen moeten hun gedrag veranderen.
Ik hoop dat het aantal besnijdenissen in Djibouti zal dalen. Dit is al gebeurd in andere landen. Senegal kende enkele jaren geleden bijvoorbeeld een zeer hoge prevalentie. Tegenwoordig is dit gedaald naar ongeveer 25%. Dat is een overwinning. Ik hoop dat andere landen dezelfde weg zullen volgen.”
En hoe verlopen de sensibiliseringsactiviteiten in België?
“Wanneer ik activiteiten doe in groepen, zijn de mensen voorbereid op onze komst en wordt ik meestal goed onthaald. Soms kom ik mensen tegen die nooit hebben horen spreken over vrouwenbesnijdenis.
Ik wordt ook gecontacteerd door verschillende diensten wanneer families op reis vertrekken naar hun land van herkomst. De ouders zeggen nooit rechtstreeks dat ze hun dochter zullen besnijden, ze weten dat de diensten tegen de praktijk zijn en dat de Belgische overheid mensen veroordeelt. We gaan dus het gesprek aan met de ouders. We leggen uit dat ze gestraft zullen worden, ook wanneer hun dochter in het land van herkomst wordt besneden. Ik heb nog nooit gehoord dat een familie hier in België hun dochter liet besnijden.”
Kun je ons vertellen welke mooie herinneringen je overhoudt aan je jarenlange strijd?
“Mijn dochter is mijn persoonlijke overwinning. Ze is intact. Binnen mijn familie, die in Djibouti gebleven is, worden minder besnijdenissen uitgevoerd. Mijn moeder heeft haar jongste dochter niet laten besnijden. Dat is een overwinning. Ik heb mijn familie gesensibiliseerd. Ik praat over VGV met mijn moeder, mijn zussen, mijn broer… Dat is heel positief. Mijn dochter is intact, ik heb haar kunnen beschermen.
Ook wanneer ik zie dat andere meisjes intact blijven, ben ik gelukkig. Wanneer ik moeders zie die met hun baby komen en heel hun leven strijden om hun dochter te beschermen tegen een besnijdenis…
En vrouwen die zeggen: ‘We komen graag naar je workshops, hier maken we vriendinnen, hier komen we even lucht happen.’ We zien dat het hen goed doet. Ik ben heel gelukkig wanneer ik zie dat mensen asiel toegewezen krijgen. Wanneer ze hun papieren krijgen, bellen ze ons op om ons te bedanken. Het doet deugd om te zien dat we de mensen echt helpen.”
Een laatste boodschap vooraleer we afsluiten?
“Ik hoop dat vrouwenbesnijdenis zal verdwijnen… of dat er tenminste een daling zal zijn. We moeten blijven sensibiliseren, we mogen onze schouders niet laten zakken. Als we blijven praten, zullen de mensen ons uiteindelijk wel horen.”
Ik vraag me af hoe dat met een bevalling gaat als de vrouw besneden is? Dit moet toch vreselijk zijn?