Sensibilisering rond VGV in de Travel Clinic, interview met dokter Muyle

doc.muyle

Marie-Fabienne Muyle maakt gebruik van de preventiekit VGV

Marie-Fabienne Muyle is huisarts en volgde de opleiding Tropische Geneeskunde. Ze werkt sinds 1998 voor de Travel Clinic van het UMC Sint Pieter in Brussel, de grootste Travel Clinic van België. Ze werkte ook gedurende 10 jaar in een Centrum voor Familieplanning en als schoolarts in de Stad Brussel. Ze vertelt ons over haar ervaringen in het opsporen van en sensibiliseren rond VGV in de Traval Clinic.  

Hoe kwam u in aanraking met VGV tijdens uw werk?
“Ik  werd in de eerste plaats gesensibiliseerd rond het onderwerp door de films die getoond werden in het kader van de vormingen bij het Centrum voor Familieplanning. Later volgde ik ook vormingen bij GAMS en INTACT.

Ik kwam voor het eerst zelf in aanraking met VGV tijdens mijn werk bij de Travel Clinic. Wij ontmoeten mensen die naar alle mogelijke plekken van de wereld reizen. Sommigen onder hen zijn families die de vakantie willen doorbrengen in hun land van herkomst. Enkele jaren geleden kwam er een familie langs: mama, papa en drie kinderen. Ik merkte op dat ze zich vreemd gedroegen tijdens de consultatie. We spraken over de prijs van de vaccinatie tegen hepatitis A, die redelijk duur is. De ouders begonnen dit, in hun taal, onderling te bespreken. Toen zeiden ze dat hun zoon niet op reis zou vertrekken gezien de hoge kost van de vaccinatie. Ik was zeer verbaasd. Waarom moest de jongen thuisblijven, terwijl één van de meisjes normaal gezien naar school moest en enkele dagen les zou missen? Ik besliste het thema vrouwenbesnijdenis te bespreken met hen. Hun reactie was niet erg positief en ik besefte dat dit de reden van hun reis was! De jongen was erg kwaad omdat hij niet mee mocht en de meisjes vroegen zich af waarom ze zouden vertrekken zonder hun broer. Via de schoolarts kwamen we te weten dat er nog twee oudere meisjes in de familie waren. Ze waren beiden besneden. Mijn vermoedens zetten mij aan om GAMS en INTACT te contacteren, opdat zij op hun beurt contact zouden kunnen opnemen met de familie. Jammer genoeg verliep het gesprek met de familie niet goed en uiteindelijk moest de politie ingrijpen om de kinderen van school te halen en tijdelijk te plaatsen… In die tijd bestonden nog geen procedures om dergelijke situaties aan te pakken…

Ik herinner mij ook het geval van een moeder die zeer goed geïnformeerd was. Ze wilde naar haar land van herkomst om haar dochter voor te stellen en ze zei: ‘Maar wat kan ik doen, mijn moeder en mijn familie zijn daar…’ Om haar te helpen stelde ik een brief op voor de familie. In het begin, toen we nog geen tools hadden, moesten we inventief zijn…! Vervolgens hebben INTACT en GAMS de preventiekit ontwikkeld. Deze kit verzamelt, onder andere, het paspoort ‘Stop VGV!’, een gesprekshandleiding en een risicoladder. Ik raad mijn collega’s aan deze kit steeds bij de hand te houden.

Op een andere keer besprak ik het thema met een vrouw die op consultatie kwam. Ze zei dat ze de praktijk kende en dat ze dit haar dochter nooit zou aandoen. Voor de veiligheid liet ze haar dochter dan ook thuis en vertrok ze alleen met haar zonen op reis. Het meisje was natuurlijk zeer kwaad op haar moeder, ze begreep niet waarom ze niet mee mocht! Voor haar was dit een straf. Toen was het mijn rol om het meisje met haar moeder te verzoenen en haar uit te leggen dat ze haar moeders’ beslissing later zou begrijpen.”

Bent u ook in aanraking gekomen met VGV toen u werkte als schoolarts?
“Ja, ik heb kinderen ontmoet die een besnijdenis hadden ondergaan. Ik herinner mij nog steeds één van die meisjes. Ze was afkomstig uit West-Afrika en zat in de kleuterklas. Toen ik de lichamelijke ontwikkeling van het meisje kort wilde evalueren, zoals het de gewoonte is in de schoolgeneeskunde, zag ik angst in haar ogen verschijnen, heel haar lichaam verstijfde. Ik begreep dat haar iets overkomen was en, gezien ik geïnformeerd was over het thema, dacht ik dat het om een besnijdenis kon gaan.  Dit werd bevestigd door een endocrinologe.”

In het kader van uw consultaties bij de Traval Clinic ontmoet u mensen afkomstig uit landen waar VGV wordt uitgevoerd. Bespreekt u dit thema met de mensen? Hoe?
“Wanneer een familie vertrekt naar een land waar VGV een traditie is, probeer ik het thema zo vaak mogelijk aan te kaarten. In de eerste plaats zoek ik uit of de praktijk uitgevoerd wordt in de gemeenschap van de personen. Vervolgens bespreek ik de gevolgen voor de gezondheid en het juridisch aspect… Vaak hoorden de mensen hier al over spreken in andere diensten. Voor mij kun je op twee vlakken tussenkomen. Enerzijds moeten mensen die betrokken kunnen zijn tot de praktijk gesensibiliseerd worden. Anderzijds moeten het potentieel risico op een besnijdenis of een werkelijk uitgevoerde besnijdenis opgespoord worden.

doc.muyle2Veel moeders die ik ontmoet zijn al gesensibiliseerd. Sommigen ontvluchtten hun land net om hun dochter voor deze praktijk te behoeden.”

 Denkt u dat uw collega’s ook gesensibiliseerd zijn rond het thema?
“Het is belangrijk te weten dat dit thema helemaal niet besproken werd op de faculteit geneeskunde. Toen ik als arts begon te werken, wist ik helemaal niets over VGV! Zelfs tijdens de opleiding Tropische Geneeskunde, die ik volgde in 1997, werd het onderwerp niet aangekaart… We spraken over andere zaken, over fistels ten gevolge van een moeilijke zwangerschap bijvoorbeeld. Maar ik kan mij niet herinneren dat excisie of infibulatie ooit besproken werden. Als dit toch het geval was, gebeurde dit waarschijnlijk zeer kort… Ik weet niet hoe dat komt… Hadden de leerkrachten toen geen interesse voor het onderwerp? Gelukkig zijn de zaken ondertussen veranderd en wordt dit aspect toegelicht tijdens de opleiding Geneeskunde en tijdens de specialisatie Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Ik was erg verbaasd toen ik hoorde dat het grootste deel van de vrouwen in Egypte besneden worden!

Nu ik zelf geïnformeerd ben over het thema, probeer ik mijn collega’s op mijn beurt te sensibiliseren. Ik geef hen flyers van GAMS en INTACT, de prevalentiekaart, … Dat is niet altijd gemakkelijk. Onlangs kwam een collega naar me toe en zei ‘Ah, ik heb gehoord dat je een geval van VGV hebt gehad…’ Ik antwoordde: ‘Ja, ik heb je hier 7 jaar geleden over gesproken…’.

Het is ook moeilijk voor de artsen om te weten of de regio waar het meisje naartoe reist de praktijk al dan niet kent.

Het is echt netwerken. Ik werk vooral samen met de gynaecologen van het UMC en met gespecialiseerde organisaties (GAMS en INTACT). Het is ook belangrijk om samen te werken met huisartsen, verpleegkundigen, sociaal werkers/-sters, … Ook de mensen die aan het onthaal werken moeten gesensibiliseerd worden. Zij weten namelijk wanneer een familie beslist sommige kinderen niet te vaccineren door, bijvoorbeeld, de hoge kostprijs. Een familie die beslist om zonder hun zonen te reizen, zoals ik eens meemaakte, dat is verdacht… dan moet de professional zich afvragen welke reden hierachter zit. Eigenlijk zou iedereen een vorming moeten volgen. Dat is mogelijk, maar hiervoor zou iedereen tijdens de consultaties wat aandacht moeten besteden aan het psychologisch aspect.

Bovendien worden herhalingen van vaccinaties vaak gegeven bij de huisarts. We zien dus slechts zelden dezelfde personen terug. Indien dit toch gebeurt, kunnen we de context van de vroegere reis opnieuw schetsen door te vragen of de persoon al eerder bij de Travel Clinic kwam en kunnen we bepaalde onderwerpen, zoals VGV, opnieuw aankaarten…

Ook de huisartsen moeten leren hoe ze een VGV kunnen vaststellen. Dat is niet altijd gemakkelijk. Als een meisje bijvoorbeeld een type 1 heeft ondergaan en ze komt enkele weken na haar terugkeer bij de arts, is de wonde al dichtgegroeid. Voor een arts die geen vorming volgde, is het niet gemakkelijk om de besnijdenis dan op te merken.

Met welke moeilijkheden wordt u geconfronteerd?
“Het grootste probleem is het tijdsgebrek, we zien te veel patiënten om het onderwerp met alle betrokken families te kunnen aankaarten. Ik ben er zeker van dat ik bepaalde gevallen niet opmerk…

Tussen de maanden mei en augustus werken hier non-stop 5 artsen in de consultatie… We zagen ons verplicht om het aantal patiënten te beperken tot 250 per dag. Dat is enorm! Soms zag ik, tijdens vakantieperiodes, tot 70 patiënten/-s per dag. We hebben dus slechts een paar minuten om een consultatie af te ronden… In deze omstandigheden is het moeilijk om ook de kwestie VGV aan te kaarten, bovenop de andere thema’s zoals vaccinaties, malariapreventie, diarree…

Bovendien zien wij ook vooral de families die verplicht zijn hun kinderen te vaccineren. Het gaat dus om personen die op reis gaan naar een land waar de vaccinatie tegen gele koorts verplicht is. Het grootste deel van deze landen liggen in Sub-Sahara Afrika of Zuid-Amerika.

Een ander probleem is het tekort aan statistieken. Uit de jaarlijkse statistieken kunnen we niet afleiden waar de mensen naartoe reizen. Om over meer gegevens te beschikken, zou het goed zijn mochten artsen ergens informatie kunnen invullen omtrent het land dat bezocht zal worden. En… er is ook geen opvolging van de dossiers… Het is niet de arts die de vaccinatie plaatst die een patiënt verder opvolgt. Ik kan dus niet met zekerheid zeggen of de meisjes die enkele jaren geleden bij mij op consultatie kwamen, ondertussen niet besneden zijn…
Ook de economische factor speelt een rol bij de families. Mensen komen slechts naar hier wanneer ze hiertoe verplicht zijn, want sommigen beschikken niet over de middelen om een arts te betalen…”

Hoe ziet u de toekomst? Denkt u dat de problematiek meer besproken zal worden in de Travel Clinic?
“Ja, dat denk ik wel. Er komen nieuwe collega’s bij die geïnteresseerd zijn in het onderwerp. Onze toekomstige verantwoordelijke gaf onlangs een toolkit aan elke arts van de Travel Clinic. In Brussel werden ook vormingen gegeven voor medewerkers/-werksters van het PMS en het PSE (tegenhangers van het CLB). Ik vind dat iedereen gesensibiliseerd moet worden, zelfs de personen aan het onthaal. De secretaresse zou een lijst met referentieartsen moeten hebben, die ze indien nodig aan patiënten kan geven.
Het is belangrijk dat er tools beschikbaar zijn, maar indien de tools niet samengaan met sensibilisering hebben ze geen nut. Ik denk ook dat er een netwerk opgezet moet worden tussen de verschillende diensten en deskundigen. Zo zou ik, als arts van de Travel Clinic, contact moeten kunnen opnemen met de huisarts of schoolarts wanneer ik vermoed dat er ergens een risico bestaat op VGV.”

Marie-Fabienne was één van de spreeksters tijdens de conferentie rond de Conventie van Istanbul, georganiseerd door GAMS en INTACT op 23 oktober 2015. Meer informatie hierover vindt u in de documentatiefarde van de conferentie.

 

du colloque.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *